Vertelling
Spelers:
Jezus
Haan
Petrus
Dienstmeisje
2 soldaten
Een schriftgeleerde
Pilatus
Barabas
Veel toeschouwers |
Benodigdheden
Een stoel (voor Pilatus)
Een rode mantel (voor Jezus)
Een doornenkroon
Een groot (kartonnen) kruis |
De kinderen voeren op wat er verteld
wordt (vet gedrukt). Dappere kinderen kunnen zelf woorden verzinnen op
de puntjes (tussen haakjes). Moedig ze zonodig aan (ik hoor niets).
Verteller:
We zijn in het gerechtsgebouw. De zaal zit vol met
nieuwsgierige mensen. Het is een druk geroezemoes.
Helemaal achteraan zit Petrus, Jezus’ beste
vriend, bang verscholen achter de mensen. Hij zit gehurkt opdat
de mensen hem niet zien.
Voor in de zaal
zit Pilatus met zijn handen in het haar. Er staat
ook een soldaat die de moordenaar Barabas gevangen houdt.
Pilatus is een soort rechter. Hij heeft gehoord dat ze Jezus hebben
gevangen en dat de schriftgeleerden hem willen laten dood maken omdat
Jezus zegt dat hij de zoon van God is. Hij weet niet zo goed wat hij
daarmee aan moet.
Daar komt een soldaat aan die Jezus als
gevangene meesleept. Hij zet hem voor Pilatus neer (en zegt:
…). Pilatus ziet er niet blij uit, hij begrijpt dat iemand die
anderen beter maakt nooit slecht kan zijn, en voelt er eigenlijk niet
voor om Jezus te straffen. Maar de mensen schreeuwen en
schelden hem uit. Hij wordt er bang van. Pilatus gebaart dat
ze stil moeten zijn. De mensen worden inderdaad rustig. Jezus
staat er rustig bij. Hij ziet er niet bang uit.
Je ziet aan Pilatus’ gezicht dat hem een plan
te binnen schiet. Het is bijna Pasen en dan laat Pilatus altijd een
misdadiger vrij, omdat het feest is. Hij pakt met zijn ene arm van
de moordenaar Barabas (die heel gemeen kijkt) beet
en met zijn andere Jezus. Hij vraagt de mensen wie hij
zal vrij laten, deze gemene moordenaar, of de genezer Jezus (…).
De mensen zijn even stil na zijn vraag.
Pilatus ziet dat er een schriftgeleerde gebogen
tussen de mensen doorloopt en iets tegen ze fluistert.
Dan opeens roepen de mensen allemaal zo hard
als ze kunnen: Barabas! (…)
Achter in de zaal zit nog steeds Petrus
verscholen. Er komt een dienstmeisje aan. Ze kijkt
Petrus eens goed aan, ze herkent hem en roept dat hij ook bij
Jezus hoort(:Hé, roept ze, …). Petrus schrikt
en wordt bang; hij zegt (…). Aan de manier waarop hij
praat herkennen de mensen dat hij uit dezelfde streek komt als Jezus.
Ze roepen tegen hem dat het wel waar is: (…). Petrus zegt nog
twee keer: (…).
Iedereen wordt stil en in de verte hoor je
hard een haan kraaien. Petrus schrikt nu dubbel, want
Jezus had al voorspeld dat Petrus hem in de steek zou laten voordat de
haan zou kraaien.
Pilatus wast zijn handen om te laten zien
dat hij er niets mee te maken wil hebben. Barabas loopt blij
weg: hij is vrij!.
De soldaat grijpt Jezus weer vast en
Pilatus laat hem wegbrengen (naar een hoek van het gebouw). De
andere soldaat lacht Jezus uit en roept dat hij een
nepkoning is: (…). Hij zet hem een nepkroon op die hij
heeft gemaakt van prikkeltakken, en doet hem een stom rood kleed
om. De soldaten lachen hem allebei uit, en geven
hem een groot kruis te dragen. Aan de manier waarop Jezus loopt
kun je goed zien dat is bijna te zwaar is om te dragen, maar de
soldaten brengen hem weg, naar buiten.
Tips
- Uit het hoofd vertellen in plaats van voorlezen leidt tot
grotere betrokkenheid van de kinderen.
Ervaringen
Gebruikers melden de volgende ervaringen:
- Walfriedparochie,
2000: Rommelig, chaotisch, maar zeer geslaagd; 2001 en 2003:
tijdgebrek. (daarom is bovenstaande versie korter dan de
oorspronkelijke).
|